Dit kleine ondiepe pand is eigenlijk het achterhuis van het hoekpand. Er wordt daarom geen hertogcijns | 223 |
over geheven. Toch komt het als afzonderlijk huis voor in het cijnsboek van 1573. Het wordt er met name genoemd: 'inden soutschotel'. Wouter Janss, die 'inde Vischstraet byde eynde' woonde moest het forse bedrag van 9 penningen oud geld betalen voor een vergroting van de kelder met 12 voet (= 3,45 m), waarvoor hem in 1551 toestemming wordt verleend. Aangezien het hele huis toen al onderkelderd was, kon de vergroting alleen onder de straat gerealiseerd worden. In 1928 is de straatkelder opgemeten en daarna gesloopt. De maat van 12 voet betrof de lengte die de kelder voor de rooilijn uitstak. Na Wouter Janss moet de barbier mr. Willem Molengraeff de cijns betalen. De straatkelder kon betreden worden via de kelder onder het huis. Aangezien de huiskelder in 1903 van een moderne zoldering is voorzien, weten we niet of deze vanuit het huis, dan wel vanaf de straat toegankelijk was. Mogelijk was er een kelderingang naast de smalle straatkelder. Van het bovengrondse gedeelte van het pand is de oude toestand vrijwel onbekend door ingrijpende verbouwingen. De kapconstructie, die in 1930 door een plat dak is vervangen, bezat volgens een bouwtekening uit die tijd dekbalkjukken waarvan de dekbalk in de hoger opgaande linker zijmuur lag. Deze muur was de achtermuur van het hoekpand Hooge Steenweg 34 dat vroeger dus hoger geweest is dan 'De Zoutvogel'. | 224 |
In het cijnsboek van 1520 is er sprake van een erf 'beyde pipengael'. In 1573 is deze naam verhaspeld tot: 'ledige plaetsse Leyte Pypengael'. Het klooster Porta Coeli is in beide cijnsboeken de cijnsplichtige. Er moeten 10 penningen oud geld worden betaald, een breedtemaat ontbreekt. Dit grote bedrag moet zeker voor meer percelen gelden dan voor het amper 4 m brede huis. De eerstvolgende post in de cijnsboeken betreft het pand 'Inden Gulden Heerinck', dat 5 huizen verder ligt. Het erf 'Pipengael' zal gezien de hoogte van de diverse cijnsbedragen in dit deel van de Visstraat, drie percelen breed zijn. Het huis was mogelijk vrijstaand, gezien de omschrijving 'ledige plaetsse'. Bij de zetting in 1552/'53 wordt Thomas Boest 'Inden Entvoegel' genoemd. Hij zal het huis gehuurd hebben. Het perceel grenst aan de linkerzijde aan de grillig verlopende achterkant van de percelen aan de Hooge Steenweg. Het pand bezat een kelder onder het voor- en achterhuis, die voorzien was van een tongewelf. Mogelijk is het huis in tweede instantie naar achteren uitgebreid. In 1930 is het zodanig verbouwd dat er nog weinig oude bouwelementen aanwezig zijn. Bouwtekeningen uit die tijd wijzen op een kap met dekbalkjukken en nokstijl (17de eeuw?). | 224 |
BeschrijvingAlgemeen:Het hoekpand is gelegen is een gesloten gevelrij aan de kruising van de Hooge Steenweg en de Visstraat. Vroeger heeft op dit perceel een pand op rechthoekige grondslag gestaan. In 1911 werd dit pand echter gesloopt, enkel de zijmuren van dit oude huis zijn behouden, waarna een nieuw ontwerp met een geknikte voorgevel werd gerealiseerd. Het pand omvat een kelder, een begane grond, twee verdiepingen en een zolder onder een plat dak. Dit dak heeft aan de straatzijde dakschilden die met leien zijn gedekt.Voorgevel:De Art Deco voorgevel van het pand is op de begane grond uitgevoerd in natuursteen, de verdiepingen zijn met witte bakstenen gemetseld. Dit metselwerk is gesierd met dubbele horizontale lagen. Deze lagen bestaan uit koppen met een donkergekleurde driehoekig element waardoor een kepermotief ontstaat. De lagen zijn aangebracht ter hoogte van hardstenen onderdorpels, de tussendorpels en boven de lateien van de vensteropeningen. De gevel, een lijstgevel met Vlaamse gevels, bestaat uit twee delen, een geknikt deel op de hoek en een zeer smal deel rechts, dat in het verlengde ligt van de gevels aan de Visstraat. Dit laatste één vensteras brede deel van de gevel heeft op de begane grond een voordeur met vierruits bovenlicht dat de woonvertrekken op de verdiepingen en de zolder ontsluit. De schuifvensters op de eerste- en tweede verdiepingen hebben een groot schuivend onderraam en respectievelijk een twaalf (4x3) en een achtruits (4x2) bovenlicht. Het venster in de top van de gevel is aanzienlijk kleiner en bevat een schuivend onderraam met tweeruits bovenlicht. De gevel is afgesloten met een kroonlijst en twee hardstenen ornamenten.De in drie delen geknikte lijstgevel is symmetrisch van opzet en voorzien van een Vlaamse gevel. Op de begane grond bevindt zich het portiek van de winkel met aan weerszijden een grote etalage pui die vijf bovenlichten met glas-in-lood heeft. Het portiek zelf heeft een driezijdige naar binnen geknikte pui met dubbele deuren en glas-in-lood bovenlichten. De hardstenen pilasters op de begane grond hebben een Art Deco decoratie. Op de eerste verdieping bevindt zich in het midden van de gevel een forse erker onder een met lood bekleed dak. Aan weerszijden bevindt zich een fraai samengesteld venster dat uit twee grote schuiframen en twee twaalfruits vensters bestaat. Aan de bovenzijde van de erker sluit op de tweede verdieping een samengesteld erkervenster met twee zesruits bovenlichten aan. Dit venster is aan weerszijden voorzien van twee schuifvensters met een achtruits (4x2) bovenlicht. De Vlaamse gevel heeft een balkon waar- | 1 |
van de openslaande deuren zijn gevat in een kozijn met een vijfruits bovenlicht. De gevel is afgesloten met een lichtgebogen kroonlijst en twee hardstenen ornamenten. De rest van de gevel is afgesloten met een bakgoot op klossen waaronder een eierlijst in aangebracht. De twee dakschilden zijn voorzien van een dakkapel onder een schilddak. De stolpvensters in de dakkapel hebben draaiende delen met een tweeruits bovenlicht.Linkerzijmuur:De linkerzijmuur, een gemeenschappelijke muur met het buurpand Hooge Steenweg 32, is tijdens de verbouwing van 1911 behouden gebleven en bevat dus ouder - mogelijk middeleeuws - muurwerk.Rechterzijmuur:De rechterzijmuur, een gemeenschappelijke muur met het buurpand Visstraat 4, is tijdens de verbouwing van 1911 behouden gebleven en bevat dus ouder - mogelijk middeleeuws - muurwerk.Achtergevel:Het hoekpand heeft geen achtergevel.Interieur:Het interieur maakt geen deel uit van dit onderzoek.Redengevende omschrijvingHet pand heeft monumentale waarde vanwege de gevels, de bouwstijl, de situering en het ensemble. Tevens heeft het pand bouw- en kunsthistorische waarde vanwege de oorspronkelijke vroeg twintigste-eeuwse vloer- en kapconstructies, de kelder en de oorspronkelijke interieurindeling en de aanwezige interieurelementen. Bij de bouw van het pand is een zeldzame en bijzondere bouwtechniek toegepast. Het pand heeft historische waarde en is representatief voor de vroeg twintigste-eeuwse ontwikkeling van de stad ‘s-Hertogenbosch. | 2 |
Op de hoek van de Visstraat en de Hooge Steenweg in Den Bosch staat een hoog en opmerkelijk winkelpand met woonhuis. De voorgevel is bekleed met lichtgele en groene baksteen. In de bovenlichten zitten lichtgroene ruitjes. Ook andere elementen zijn terug te voeren op de Jugendstil. `Hoewel ik liever een gevel van meer architectonische waarde had gezien, bestaat er naar mijne meening nochtans geen bezwaar tegen goedkeuring van het ontwerp, in verband met de verkoopsvoorwaarden...' De stadsarchitect die het Bossche gemeentebestuur adviseerde wees het ontwerp niet af, maar moest er in 1912 nog echt aan wennen. De moderne gevel van het nieuwe winkelpand met woonhuis op de hoek van de Visstraat en de Hooge Steenweg in Den Bosch sprong er nogal uit, en doet dat eigenlijk nog steeds. Maar nú als een mooi voorbeeld van speelse Jugendstil, waarvan er in de stad niet zoveel zijn. Visstraat 2 valt op door zijn architectonische stijl, zijn hoogte en de bijzondere wijze waarop het huis tegen de buurpanden aan Visstraat en Hooge Steenweg is aangeplakt. Het huis werd in 1912 ontworpen door P.J.A. Appel, in opdracht van E. Schmeink die er zijn winkel in hoeden en mode-accessoires `Au Bon Marché' vestigde en zelf boven ging wonen. "Het ontwerp is een beetje Belgisch, in een stijl die uiteindelijk niet echt is doorgezet. Dit soort huizen kom je in Brussel wel meer tegen," zegt Ed van Rosmalen (1955), die er met zijn vrouw Mieke woont. De voorgevel is bekleed met mat geglazuurde lichtgele baksteen, versierd met groene driehoekjes. Alle vensters hebben bovenlichten, met kleine lichtgroene ruitjes. Boven de vensters zitten lateien van hardsteen. Op de eerste verdieping is een erker. "Die hangt dus een stukje boven de straat. Uit de huisstukken die bewaard zijn gebleven, lees je dat hiervoor nog speciaal een ontheffing moest worden aangevraagd." Op de derde verdieping is een grote dakkapel met een klein balkonnetje, met smeedijzeren balustrade. Hardstenen pilasters verdelen de winkelpui in vlakken. De gevel wordt bekroond met enkele bewerkte torentjes, ook van hardsteen. "Dit was dure bouw, ook in die tijd", aldus Van Rosmalen. Ook aan het interieur is sinds de bouw niets wezenlijks veranderd: de paneeldeuren, de schouw in de keuken en de betimmering met gestoken staanders in de trappenhuizen zijn er nog. Van Rosmalen wil het huis in stijl houden en liet enkele jaren geleden zelf nog een pilaster vervangen die in de oorlog zwaar was beschadigd door een granaatinslag. `Opgericht 1887' staat op een marmeren plaat boven de deur naar de bovenwoning. Ed van Rosmalen denkt dat die steen uit de vorige winkel afkomstig is, die volgens oude foto's nog een echt hoekpand was. In de nieuwbouw is de hoek afgeschuind. Het huis is als het ware in de vorm van een kwart-cirkel tegen de buurpanden aan gebouwd. Daarbij torent het boven de omgeving uit. "De opdrachtgever mocht gigantisch hoog bouwen", zegt Van Rosmalen. Uiterlijk lijken winkel en bovenwoning één geheel. De verkoopruimte is echter getrokken bij de naastgelegen winkel Het Binnenhuis, die sinds 1952 eigendom is van het (familie)bedrijf Parastone waarvan Van Rosmalen mede-directeur/eigenaar is. DroomhuisDe bovenwoning heeft een eigen opgang aan de Visstraat. "Je weet niet goed wat je kunt verwachten als je er voor staat. Het huis lijkt groter dan het is. Bergruimte is er niet. Als we iets willen opruimen moet het ook echt meteen de deur uit", vertelt Mieke (1971). Zij vindt het pand een 'droomhuis' voor studenten, die er dan ook een aantal jaren hebben gewoond. "Het spreekt erg tot de verbeelding, merk ik vaak als ik vertel waar ik woon. Als je naar buiten stapt, met de fiets die onder in het trapportaal staat, dan kijken voorbijgangers je soms heel verbaasd aan. Waar komt die vandaan?Zie je ze dan denken." De vorm, ondiep maar hoog, bepaalt de indeling van het hoekhuis. Boven de winkel is de vier meter hoge woonkamer, waar heel veel daglicht binnenkomt en die door de vele ramen aan de straatkant een panoramisch uitzicht biedt over Visstraat, Orthenstraat en Hooge Steenweg. Een bouwlaag hoger, de `tussenverdieping', zijn de keuken en twee betrekkelijk kleine kamers die door schuifdeuren met elkaar zijn verbonden. In één ervan staat een tafeltje aan de raamkant, in vorm aangepast aan de stompe hoek in de voorgevel. Op de derde verdieping, vroeger een open zolder, is het slaapgedeelte met het balkonnetje. Het uitzicht daar is grandioos. Maar daar staat veel trappenlopen tegenover. De verdiepingsvloer boven de winkel zit al op vier meter hoogte. Ed van Rosmalen: "Als ik om weg te gaan al bij de voordeur sta, en ik ben wat vergeten, moet ik soms 14 meter klimmen." | 217 |
Dameshoedenmagazijn776. "De Zoutschotel".Robijns, Oostel. helft van den galanteriewinkel777. "De Eentvogel" anno 1614. | 51 |
2003 |
Wim HagemansAu Bon MarchéBossche Pracht 9 (2003) 216-217 |
1875 | H.J. Kleijntjens (partikulier) |
1881 | H.J. Kleijntjens (partikulier) - J.K. Kleijntjens (partikulier) |
1908 | Filiaal E. Kirsch (hoedenmagazijn) - N. van der Ven (directrice) |
1910 | J.A. van Werkhoven (chef sigarenmagazijn A. Hillen) |
1928 | A.J.J. Coerts |
1943 | C.S. de Louw (kantoorbediende) - F.A.M. de Louw (electricien) - W.F. de Louw (laboratoriumbediende) - G.C. Molitor (modiste) - H.J.A.M. Verhagen (koopman) - H.L. Verhagen (passementfabrieken) |